VAN DEN GHEYN Gabriël
(Gent Mechelen? , 4 februari 1862 – 29 Augustus 1955)
een telg uit een voorname familie van Mechelse klokkengieters met roots in de 16de eeuw.

In 1884 wordt hij tot priester gewijd om drie jaar later aan de universiteit van Leuven te promoveren tot doctor in de Theologie; aan dezelfde universiteit haalt hij in 1891 nog een doctoraatsdiploma, ditmaal in de Filosofie.
Ondertussen was hij in het onderwijs gestapt te Dendermonde en Gent en tussen de jaren 1899 en 1907 was hij in die laatste stad superior van het Sint-Lievenscollege.
In 1894 wordt hij door het bisdom -waarvan hij in 1917 de archivaris zal worden- toegewezen als kanunnik aan de Sint-Baafskathedraal, waarvan hij in 1913 conservator zal worden. Hierbij ontwikkelde hij een ware fascinatie voor het Lam Gods-retabel en de makers ervan, de gebroeders Van Eyck (Mortier & Kerckhaert: 49): Hij noemde het altijd “mon Agneau Mystique” en schertsend werd hij wel eens de engelbewaarder van het Lam Gods genoemd. Er mocht immers niets aan gedaan worden, om “de patine” niet te schaden. Het was deze Van den Gheyn die op 11 april 1934 om 8.35 bij de politie aangifte deed van de diefte van de Rechtvaardige Rechters en Sint-Jan de Doper uit het retabel. In het verdere verloop van het onderzoek zal hij een cruciale maar soms eigenaardige rol spelen.
Enkele boeken…
Terug naar …
| A*Z | A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z | !EP! |