GOEDERTIER Joseph, Antoine, Prosper, Marie
(Lokeren, 16 juni 1893 – Gent, 29 januari 1971)

 

Achterneef van Arsène (in de lijn Vander Eecken ?)

(F) ontvangt van A.G. een lening van 600.000 frank
(F)
Aandeelhouder Plantexel

Schoolgenoot van minister Edmond Rubbens met wie hij in het bestuur zat van de studentenvereniging ‘Amicitia’ .

  • Advocaat
  • Zoon van Polydoor Goedertier (13 juni 1858 – 12 oktober 1940), geneesheer, schepen van Lokeren
  • Getrouwd met Marie-Thérèse De Smet, wonende te Zomergem, de dochter van de burgemeester
  • Wonende te Gent , Keizer Karelstraat 103 
  • Gemeenteraadslid Evergem van 1926 tot 1932
  • Voorzitter Verbond van Vlaamsche Vereenigingen
  • Voorzitter v/h KVOVH (Kath. Vlaamsch Oud-Hoogstudentenverbond)
  • Lid bestendige deputatie provincie Oost-VIaanderen
    (20 november 1941: politiek V.N.V. mandaat  – op 5 mei 1944 werd deze benoeming nietig verklaard)
Dossier

ONDERZOEK KOEHN : Gesprek in zijn woning Keizer Karelstraat 101 te Gent op 20 augustus 1942.

‘Hij geeft mij een eenvoudige indruk, niet bijzonder intelligent. Zijn verklaringen lijken mij betrouwbaar. Hij is ongeveer 60 jaar. Hij kan mij niets substantieels zeggen. Hij weet slechts dat over de zaak wat in de kranten verschenen is.

Hij werd eenmaal door het gerecht verhoord. Hij sprak dan met procureur Deheem. Voor zoveel hij zich nog herinnert toonde die magistraat hem een agenda van Goedertier waarin de naam stond van een loodgieter. Maar hij kan daar niets meer over vertellen. (Dezelfde dag vroeg ik er informatie over aan Deheem,  maar ook hij bleek er geen herinnering aan te hebben. Hij verwees mij naar het gerechtelijk dossier.)

Op mijn vraag naar de schuld van 600.000 frank die hij, volgens advocaat De Vos, bij Goedertier had gemaakt, verklaarde hij dat hij inderdaad een schuld was aangegaan. Het was slechts 450.000 frank als hij zich dat nog goed herinnerde. Voor de aflossing ervan had hij echter zijn Plantexel-aandelen aan Goedertier bezorgd en een regeling met hem getroffen.

Arsène Goedertier is met hem niet verwant, zegt hij en hij heeft hem niet veel gezien. Hij had weinig betrekkingen met hem. Volgens hem was Goedertier ‘een zonderlinge’ man. (Ik denk niet dat Joseph Goedertier iets met de diefstal te maken heeft. Emiel Goedertier, zoon van de overleden Edmond Goedertier, Kortrijksesteenweg  163 te Gent verklaart echter op l0 0ktober 1936 aan het Gents gerecht “‘Voor mijn vertrek naar Kongo had Arsène veel te maken met advocaat Joseph Goedertier, die een verre verwant is van onze familie”)