DE MEESTER Arthur
(°Belsele, 7 februari 1862 – Sint-Niklaas op 30 mei 1934)
Secretaris Bisdom Gent. (Privé-secretaris Bisschop Coppieters)
(T) “Speelde” op de Beurs. In een theorie zou hij verkeerd gelopen beleggingen hebben gedaan. De diefstal zou te maken hebben gehad met een schadeloosstelling van de gedupeerden.
(F) Werd gelinkt met de zaak door Valere Goedertier in een verklaring tegenover Koehn;
In Gent soll damals vor dem Diebstahl ein Wechselagent bankrott gemacht haben, der bei der St. Nikolaaskirche bezw. beim Kornmarkt wohnte. V.G. entsinnt sich des Namens nicht mehr. A.G. kannte ihn, tätigte aber keine Geschäfte mit ihm (wie mir Frau G. am selben Tag bei einem nachträglichen Besuch sagte, weiss sie hiervon nichts). V.G. hält es für möglich, dass der Diebstahl mit diesem Mann in Zusammenhang steht. Er hält es auch für möglich, dass ein Priester hineinverwickelt war, ohne dafür jedoch einen Namen angeben zu können. V.G. meint, dass A. den oder die Diebe ausfindig gemacht hat. Wie er das zuwege gebracht hat, kann er nicht sagen. Er sagte von A.: “Hij was een speciale mensch, hij was rap.”
In de tijd voor de diefstal zou in Gent een wisselagent bankroet gegaan zijn. Deze woonde bij de Sint-Niklaaskerk respectievelijk de Korenmarkt. Valère Goedertier herinnerde zich de naam niet meer. Arsène Goedertier kende hem, maar deed geen zaken met hem (zoals mevrouw Goedertier mij dezelfde dag tijdens een uitdrukkelijk bezoek zegde, weet zij hiervan niets). Valère Goedertier acht het mogelijk dat de diefstal met deze man verband houdt. Hij acht het ook mogelijk dat een priester hierin verwikkeld raakte, zonder echter nog een naam te kunnen opgeven. Valère Goedertier meent dat Arsène de dief of de dieven heeft opgespoord. Hoe hij dat gepresteerd had, kon hij niet zeggen. Hij zegde over Arsène: “Hij was een speciale mensch, hij was rap.”
Later zal Valére Goedertier de volledige naam van “de geestelijke uit het waasland” openbaren …




vredig in de onmiddellijke nabijheid van August De Schryver …