BORNAUW Libertus
(Hekelgem, 15 augustus 1874 – Dendermonde, 27 november 1954)

 

Benedictijnermonnik – Pater St- Pieters & Paulusabdij te Dendermonde

(F) Aanwezig bij het levenseinde van Arsene Goedertier. Werd geroepen om de laatste sacramenten toe te dienen.

Uit de nota’s van Henry KOEHN

Besprechung mit Benediktinerpater Dom Libertus BORNAUW
in der Abtei Dendermonde, Vlasmarkt, 17 Mai 1942 von 16.00 – 17.00 Uhr.

Onderhoud met pater Benedictijn Dom Libertus BORNAUW
in de abdij van Dendermonde, Vlasmarkt, op 17 mei 1942, van 16.00 – 17.00 uur.

 

Libertus sagt dass er am Mittag am 25 Nov. 1934 zu dem sterbenden, Goedertier in die Wohnung von Van Durpel (Schwager von G.), Juwelier, dessen Geschäft und Haus auch am Vlasmarkt (27) gegenüber der Abtei liegt, gerufen wurde.

Libertus zegt, dat hij op de middag van 25 november 1934 bij de stervende Goedertier geroepen werd, in het huis van Van den Durpel (schoonbroer van G.) juwelier, wiens zaak en woonst ook op de Vlasmarkt 27, tegenover de abdij gelegen is.

G. lag als L. kam, auf einer Matratze auf den Fussboden. Als L. ins Zimmer kam, war Advokat De Vos bei G. und kniete mit seinem Ohr vorgebeugt an dessen Mund, da G. nur schwach sprechen konnte. Als L. eintrat ging De Vos nach draussen ins Nebenzimmer wo De Cock, Van den Durpel u.a. waren.

Wanneer L daar aankwam, lag G op een matras op de grond. Toen L in de kamer kwam, was advokaat De Vos bij G (en zat) geknield voorovergebogen, met zijn oor aan diens mond, omdat G slechts zwakjes spreken kon. Toen L binnenkwam, is De Vos in de kamer ernaast gegaan waar De Cock, Van den Durpel en anderen waren.

G. sagte lediglich : „Advokaat, Advokaat moet ik hebben”, worauf L. hinausging und De Vos holte. De Vos war dann etwa nur höchstens 1-2 Minuten mit G. allein. De Vos klopfte dann an die Wände um L. zu rufen. L. ging hinein und fand G. bereits bewustlos. G. hat kein Wort mehr gesagt. L. gab ihm noch die Absolution und dann war G. tot. L. holte dann das hlg. Oe1 und salbte G. und ging dann wieder fort.

G zei alleen maar: „Advokaat, advokaat moet ik hebben“, waarop L naar buiten ging en De Vos haalde. De Vos is dan hoogstens slechts ongeveer 1 à 2 minuten met G alleen geweest. De Vos klopte dan op de muur om L te roepen, L ging de kamer binnen en vond G reeds bewusteloos. G heeft geen woord meer gezegd. L heeft hem nog de absolutie gegeven en dan was G dood. L is dan het H. Oliesel gaan halen en heeft G gezalfd en is dan terug weggegaan.

L. hat mit niemand mehr gesprochen, weder mit De Vos noch sonst jemand. L. hat erst Monate später erfahren das; G. in Beziehung stand mit dem Diebstahl in St. Baafs. L. sagt dass er niemals mit Bisschof Coppieters und Kanonik Van den Gheyn über die Angelegenheit gesprochen hat, auch nicht vom Gericht in Gent, Dendermonde usw. verhört wurde. Er hat niemals öffentliche Aussage gemacht.

L heeft met niemand meer gesproken, noch met De Vos, noch met iemand anders, L heeft slechts maanden later vernomen, dat G met de diefstal in Sint-Baafs te maken had. L zegt dat hij nooit met Bisschop Coppieters en Kanunnik Vanden Gheyn over die zaak gesproken heeft, ook niet door het Gerecht van Gent, Dendermonde, enz. verhoord werd. Hij heeft nooit een publieke verklaring afgelegd.

Er war vom Dez. 1934-Anfang 1933 in Frankreich. Dorthin hat lediglich von privater Seite einmal jemand kürzlich bei ihm angefragt ob er irgend-etwas Näheres weiss, was er verneinte. L. hat G. niemals gekannt gehabt. Er ist jetzt 68 Jahre alt. Es ist also zu einer Beichte nicht mehr gekommen. L. sagte von sich, dass ausser der einen Anfrage nach Frankreich in dl den Jahren, niemand jemals ihn nach den Vorfall gefragt hat. L. macht einen sehr offenen, lebendigen, frischen und zuverlässigen Eindruck.

Van december 1934 tot begin 1935 was hij in Frankrijk. Ginder heeft slechts één keer iemand uit zijn privé-kring kort bij hem nagevraagd, of hij er iets méér van afwist, wat hij ontkend heeft. L heeft G nooit gekend. Hij is nu 68 jaar oud. Tot een biecht is het dus niet meer gekomen. L zei nog spontaan dat, buiten die ene navraag in Frankrijk, niemand hem ooit, in al die jaren‚ naar dat voorval gevraagd heeft. L maakt een zeer open, levendige, frisse en betrouwbare indruk.

L. sagte nur zum Schluss : “Wenn es zu einer Beichte gekommen dann hatte ich gesagt dasz G. mit der Beichte die Aussage machen sollte, dass L. diese bekannt machen kann. Wenn G. gebeichtet hatte, so dass diese an sich unter das Beichtgeheimnis fiele, dann hätte ich auf Umwegen das Geheimnis bekannt gemacht und zwar so, dass ich selbst und G. dabei ungenannt und unbekannt geblieben wären. Ich hätte schon einen Weg gefunden, Sie können sicher sein, dass ich die Mitteilung bek annt gemacht hätte”.
L. machte einen ehrlichen und offenherzigen Eindruck . Er bot mir eine Zigarre an und drückte mir beim Abschied mit beiden Händen die Hand.

L. zei aan het einde: ‘Als het tot een biecht zou gekomen zijn, dan had ik G gezegd, dat hij mét de biecht een verklaring moest afleggen met de bekentenis, dat L. dit bekend kan maken. Als G. had gebiecht en dit dus onder het biechtgeheim viel, dan had ik via omwegen het geheim bekend gemaakt op zo’n manier dat ik zelf en G. naamloos en onbekend zou zijn gebleven. Ik had best een weg gevonden om er zeker van te zijn dat dat de mededeling bekend zou zijn geworden. L. maakte een eerlijke en openhartige indruk. Hij bood me een sigaar aan en schudde mijn hand met beide handen toen ik afscheid nam.

Terug naar  …
| A*Z | A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z | !EP! |