In dit gastenboek kan u, als u dat wenst, uw mening, ervaringen en tips delen …
Ja zelfs vragen stellen … probeer gerust de analyse onderuit te halen !
8 berichten.
Het raadsel van het verdwenen paneel heeft mij in coronatijd bereikt, door een podcast ‘De Vlaamse kunstroof’ die ik bij toeval op het spoor kwam. Crazy verhaal, en ik ben gaan zoeken wat er bekend was en vindbaar was. Dat leidde tot een analyse, inzichten en een hypothese die verder zoeken mogelijk maakt. Ik wil die graag met de bezoekers en anderen delen in een of meer bijdragen, mogelijk komt het terugvinden van het paneel hiermee dichterbij . . . ?
Vandaag deel 1.
Wat zijn de feiten?
Het is de grote verdienste geweest van Karel Mortier en Noël Kerckhaert dat zij minutieus het dossier van de roof hebben samengebracht, geordend en geanalyseerd. Ik ben in het bezit gekomen van drie van hun vier publicaties.
Gestolen door?
In de nacht van de 10e op de 11e april 1934 is het paneel, samen met het paneel van Johannes de Doper gestolen. Het tijdstip is bij benadering bekend, de daders zijn onbekend, maar er komen voor zover bekend drie personen in aanmerking: Arsène Goedertier (AG) en twee broers Van Ongeval, die door Paul de Ridder worden aangehaald in zijn boek Twee Brusselaars [ . . . ] pag. 23.
De rol van de medeplichtigen
Commissaris Martens is de stellige overtuiging toegedaan dat de beide panelen niet door AG alleen kunnen zijn gestolen, e.e.a. vanwege zijn fysieke staat, het gewicht van de panelen en de wijze waarop deze waren gemonteerd in het frame. Wel kende hij de plek en de constructie goed. D.U.A, het gekozen pseudoniem van AG, heeft het in zijn losgeldbrieven herhaaldelijk over assistenten, die o.a. het werk zouden vernietigen, hoewel in andere passages weer aan de orde was dat het vanzelf teloor zou gaan als niet werd betaald.
Ik vind de argumentatie van Martens overtuigend en ga ervan uit dat als AG betrokken was bij de feitelijke diefstal, hij dat niet alleen was.
Tijdens de gijzelingsperiode, waarin de 13 brieven zijn geschreven, is de rol van de assistenten niet duidelijker geworden. Beide personen/broers(?) hebben zich later nooit gemeld en dat had waarschijnlijk ook geen zin. De dader was bekend en zij wisten niet waar het paneel was en konden dus ook niets bieden, terwijl zij dan wel rekenschap zouden moeten afleggen voor de diefstal.
De 13 + 1 brieven
In de brieven gebruikt AG een hele reeks tactieken om de eigenaren tot betaling te bewegen. Vertrouwen kweken, intimideren, appelleren, overladen met schande enz. Alles komt voor. Omdat de autoriteiten niets kunnen controleren kan hij er lustig op los jokken waar het hem uitkomt.
Wel geeft hij telkenmale aan dat er ook sprake is van een rancune, vooral jegens (een) perso(o)n(en) uit het Gentse politiecorps. Het lijkt of hij nog een appeltje te schillen had met deze of gene. M.i. ligt hier een (deel)motief voor de diefstal.
Voor de verblijfplaats van het paneel bieden de brieven uiteraard geen concrete aanwijzing. Alle zoektochten die uitgingen van uitspraken in de brieven zijn op niets of minder uitgelopen.
Anders is het met de 14e brief, die in ontwerp is teruggevonden en nooit is verstuurd. De tekst geeft mij de indruk dat AG het doel ‘losgeld’ had losgelaten en zocht naar een mogelijkheid om met het terugvinden van het paneel persoonlijke eer als speurder te bereiken. Dit zou zijn rancune kunnen stillen.
Deze gedachte volgt voor mij ook uit de zoektocht op de Kalandeberg, op aanwijzing van Gino Marchal. Daargelaten de precieze uitkomst ben ik het met hem eens dat AG op de laatste pagina van de 14e brief bezig is om een openbare speurtocht te ontwerpen naar de plaats waar hij het paneel zou laten vinden zonder nog losgeld te eisen. Het kan heel goed zijn dat Gino Marchal deze puzzel correct of bijna correct heeft opgelost, waarvoor hulde, maar dat AG het paneel daar ten tijde van zijn overlijden nog niet heeft gedeponeerd. In dat geval zit het nog op de - ongetwijfeld tijdelijke bedoelde - bergplaats waar hij het, tot nu toe onvindbaar, heeft gebracht.
De dood en de waarheid.
Het officiële verhaal van sterven en bekentenis van AG geeft een echt thriller-karakter aan dit raadsel. Hier vallen ook de scholen uiteen wat betreft het verdere verhaal van het paneel en zijn verblijfplaats. Ik zie drie hoofdrichtingen:
1 AG sprak de hele waarheid op zijn sterfbed en zijn advocaat heeft die ook – na eerst met de familie gezocht te hebben – getrouw doorgegeven aan de autoriteiten. In dat geval zit het paneel nog in zijn (tijdelijke) verblijfplaats waar AG het heeft gebracht na de diefstal, zo die nog bestaat.
2 AG was deel van een veel groter complot dat financiële of politieke doelen had. Dergelijke samenhangen zijn veel gesuggereerd, maar ik heb daar tot nu toe geen overtuigende aanwijzingen, laat staan bewijzen, van gezien. Het paneel zou dan ergens verborgen zijn, met een of enkelen die daarvan weten. Door plots overlijden kan die kennis ook verloren zijn gegaan of het paneel kan door onwetendheid of fysieke invloed verloren (zijn ge)gaan. Dit theoriespoor ligt dicht tegen de suggesties van Paul de Ridder aan.
3 Het paneel is na het overlijden van AG opgehaald door Advocaat De Vos uit zijn tijdelijke schuilplaats en verblijft op een onbekende plaats, al dan niet ondershands doorverkocht of in bewaring gegeven. Een of enkele personen weten ervan, maar die kennis kan ook verloren gaan of het paneel kan onbewust worden vernietigd. Dit lijkt het hoofdscenario van commissaris Martens.
Appreciaties
Ad 1. AG en zijn advocaat hebben de waarheid doorgegeven aan de autoriteiten. Uit mijn interpretatie van de 14e brief leid ik af dat het paneel zich dan nog op/in zijn tijdelijk bedoelde verblijfplaats bevindt. In de loop der jaren is veel gezocht en niets gevonden. Om deze reden is dit scenario min of meer doodgebloed. Ook is het narratief van de stervensscene met het net niet vertellen van de bergplaats voor velen te dramatisch en bedacht. Ik heb echter geen feiten kunnen vinden die dit scenario onmogelijk maken en alle bekende feiten passen erin. Ook is het het meest ‘eenvoudige’ scenario.
Ad 2. Binnen dit scenario zijn ook namen genoemd maar dit leidde tot niets. Ook met de verwijzingen van De Ridder kom ik vooralsnog niets verder. De persoon moet christendemocraat, minister van staat en eredoctor aan de Universiteit van Gent zijn geweest, verbonden met specifieke jaartallen. Ik heb zo’n persoon niet gevonden.
Vraag is ook of het losgeld genoeg kon zijn voor het gesuggereerde doel: het compenseren van verloren pensioenbeleggingen. Zouden hogere belanghebbenden de krabbelaar Goedertier alleen gelaten hebben met de wetenschap waar het paneel was zodat het aan hun invloed was onttrokken? Lijkt me niet. Dan moet het nog ergens verborgen zijn, maar wie is/zijn zo gek om het dan 90 jaar vast te houden. Hoe groter de samenzwering, hoe sneller er gepraat wordt. Op enig moment in 90 jaar moet er toch iemand in die (veronderstelde) kring zijn die zich realiseert dat het paneel groter is dan Hij/Zij zelf?
Ad 3. Inconsequent in dit scenario is dat, als het paneel is opgehaald door de nabestaanden van AG, waarom gaven ze dan wel de brieven enz. aan de autoriteiten (maar niet het paneel). Ook als het paneel ernstig beschadigd was kon het nog altijd worden geretourneerd, en als daar niet voor is gekozen, waarom dan wel de papieren aanbieden? Dat zou het zoeken maar aanmoedigen.
Al met al drie hoofdscenario’s die elk om andere redenen onwaarschijnlijk zijn of lijken, maar waarvan 1 het voordeel van de relatieve eenvoud heeft.
En toen bekeek ik de zgn. ‘grote tekening’ nog eens goed.
(vervolg in deel 2)
Tjeu Corbeij, Nijmegen
.
Vandaag deel 1.
Wat zijn de feiten?
Het is de grote verdienste geweest van Karel Mortier en Noël Kerckhaert dat zij minutieus het dossier van de roof hebben samengebracht, geordend en geanalyseerd. Ik ben in het bezit gekomen van drie van hun vier publicaties.
Gestolen door?
In de nacht van de 10e op de 11e april 1934 is het paneel, samen met het paneel van Johannes de Doper gestolen. Het tijdstip is bij benadering bekend, de daders zijn onbekend, maar er komen voor zover bekend drie personen in aanmerking: Arsène Goedertier (AG) en twee broers Van Ongeval, die door Paul de Ridder worden aangehaald in zijn boek Twee Brusselaars [ . . . ] pag. 23.
De rol van de medeplichtigen
Commissaris Martens is de stellige overtuiging toegedaan dat de beide panelen niet door AG alleen kunnen zijn gestolen, e.e.a. vanwege zijn fysieke staat, het gewicht van de panelen en de wijze waarop deze waren gemonteerd in het frame. Wel kende hij de plek en de constructie goed. D.U.A, het gekozen pseudoniem van AG, heeft het in zijn losgeldbrieven herhaaldelijk over assistenten, die o.a. het werk zouden vernietigen, hoewel in andere passages weer aan de orde was dat het vanzelf teloor zou gaan als niet werd betaald.
Ik vind de argumentatie van Martens overtuigend en ga ervan uit dat als AG betrokken was bij de feitelijke diefstal, hij dat niet alleen was.
Tijdens de gijzelingsperiode, waarin de 13 brieven zijn geschreven, is de rol van de assistenten niet duidelijker geworden. Beide personen/broers(?) hebben zich later nooit gemeld en dat had waarschijnlijk ook geen zin. De dader was bekend en zij wisten niet waar het paneel was en konden dus ook niets bieden, terwijl zij dan wel rekenschap zouden moeten afleggen voor de diefstal.
De 13 + 1 brieven
In de brieven gebruikt AG een hele reeks tactieken om de eigenaren tot betaling te bewegen. Vertrouwen kweken, intimideren, appelleren, overladen met schande enz. Alles komt voor. Omdat de autoriteiten niets kunnen controleren kan hij er lustig op los jokken waar het hem uitkomt.
Wel geeft hij telkenmale aan dat er ook sprake is van een rancune, vooral jegens (een) perso(o)n(en) uit het Gentse politiecorps. Het lijkt of hij nog een appeltje te schillen had met deze of gene. M.i. ligt hier een (deel)motief voor de diefstal.
Voor de verblijfplaats van het paneel bieden de brieven uiteraard geen concrete aanwijzing. Alle zoektochten die uitgingen van uitspraken in de brieven zijn op niets of minder uitgelopen.
Anders is het met de 14e brief, die in ontwerp is teruggevonden en nooit is verstuurd. De tekst geeft mij de indruk dat AG het doel ‘losgeld’ had losgelaten en zocht naar een mogelijkheid om met het terugvinden van het paneel persoonlijke eer als speurder te bereiken. Dit zou zijn rancune kunnen stillen.
Deze gedachte volgt voor mij ook uit de zoektocht op de Kalandeberg, op aanwijzing van Gino Marchal. Daargelaten de precieze uitkomst ben ik het met hem eens dat AG op de laatste pagina van de 14e brief bezig is om een openbare speurtocht te ontwerpen naar de plaats waar hij het paneel zou laten vinden zonder nog losgeld te eisen. Het kan heel goed zijn dat Gino Marchal deze puzzel correct of bijna correct heeft opgelost, waarvoor hulde, maar dat AG het paneel daar ten tijde van zijn overlijden nog niet heeft gedeponeerd. In dat geval zit het nog op de - ongetwijfeld tijdelijke bedoelde - bergplaats waar hij het, tot nu toe onvindbaar, heeft gebracht.
De dood en de waarheid.
Het officiële verhaal van sterven en bekentenis van AG geeft een echt thriller-karakter aan dit raadsel. Hier vallen ook de scholen uiteen wat betreft het verdere verhaal van het paneel en zijn verblijfplaats. Ik zie drie hoofdrichtingen:
1 AG sprak de hele waarheid op zijn sterfbed en zijn advocaat heeft die ook – na eerst met de familie gezocht te hebben – getrouw doorgegeven aan de autoriteiten. In dat geval zit het paneel nog in zijn (tijdelijke) verblijfplaats waar AG het heeft gebracht na de diefstal, zo die nog bestaat.
2 AG was deel van een veel groter complot dat financiële of politieke doelen had. Dergelijke samenhangen zijn veel gesuggereerd, maar ik heb daar tot nu toe geen overtuigende aanwijzingen, laat staan bewijzen, van gezien. Het paneel zou dan ergens verborgen zijn, met een of enkelen die daarvan weten. Door plots overlijden kan die kennis ook verloren zijn gegaan of het paneel kan door onwetendheid of fysieke invloed verloren (zijn ge)gaan. Dit theoriespoor ligt dicht tegen de suggesties van Paul de Ridder aan.
3 Het paneel is na het overlijden van AG opgehaald door Advocaat De Vos uit zijn tijdelijke schuilplaats en verblijft op een onbekende plaats, al dan niet ondershands doorverkocht of in bewaring gegeven. Een of enkele personen weten ervan, maar die kennis kan ook verloren gaan of het paneel kan onbewust worden vernietigd. Dit lijkt het hoofdscenario van commissaris Martens.
Appreciaties
Ad 1. AG en zijn advocaat hebben de waarheid doorgegeven aan de autoriteiten. Uit mijn interpretatie van de 14e brief leid ik af dat het paneel zich dan nog op/in zijn tijdelijk bedoelde verblijfplaats bevindt. In de loop der jaren is veel gezocht en niets gevonden. Om deze reden is dit scenario min of meer doodgebloed. Ook is het narratief van de stervensscene met het net niet vertellen van de bergplaats voor velen te dramatisch en bedacht. Ik heb echter geen feiten kunnen vinden die dit scenario onmogelijk maken en alle bekende feiten passen erin. Ook is het het meest ‘eenvoudige’ scenario.
Ad 2. Binnen dit scenario zijn ook namen genoemd maar dit leidde tot niets. Ook met de verwijzingen van De Ridder kom ik vooralsnog niets verder. De persoon moet christendemocraat, minister van staat en eredoctor aan de Universiteit van Gent zijn geweest, verbonden met specifieke jaartallen. Ik heb zo’n persoon niet gevonden.
Vraag is ook of het losgeld genoeg kon zijn voor het gesuggereerde doel: het compenseren van verloren pensioenbeleggingen. Zouden hogere belanghebbenden de krabbelaar Goedertier alleen gelaten hebben met de wetenschap waar het paneel was zodat het aan hun invloed was onttrokken? Lijkt me niet. Dan moet het nog ergens verborgen zijn, maar wie is/zijn zo gek om het dan 90 jaar vast te houden. Hoe groter de samenzwering, hoe sneller er gepraat wordt. Op enig moment in 90 jaar moet er toch iemand in die (veronderstelde) kring zijn die zich realiseert dat het paneel groter is dan Hij/Zij zelf?
Ad 3. Inconsequent in dit scenario is dat, als het paneel is opgehaald door de nabestaanden van AG, waarom gaven ze dan wel de brieven enz. aan de autoriteiten (maar niet het paneel). Ook als het paneel ernstig beschadigd was kon het nog altijd worden geretourneerd, en als daar niet voor is gekozen, waarom dan wel de papieren aanbieden? Dat zou het zoeken maar aanmoedigen.
Al met al drie hoofdscenario’s die elk om andere redenen onwaarschijnlijk zijn of lijken, maar waarvan 1 het voordeel van de relatieve eenvoud heeft.
En toen bekeek ik de zgn. ‘grote tekening’ nog eens goed.
(vervolg in deel 2)
Tjeu Corbeij, Nijmegen
.
Deel 2 en hypothese
In deel 1 heb ik gepoogd om de voor velen bekende feiten te plaatsen bij drie bekende hoofdrichtingen van de verhaallijnen van de diefstal en het verbergen, evt. verborgen houden van het paneel. Drie hoofdscenario’s die alle drie buitengewoon onwaarschijnlijk aandoen.
De voor ons, gewone belangstellende burgers, hanteerbare lijn is toch vooral de eerste: dat AG en zijn advocaat de waarheid hebben gesproken en – zij het veel later – de autoriteiten correct en compleet hebben ingelicht. Met die lijn wil ik vooralsnog verder gaan. Overigens zijn de andere hoofdscenario’s m.i. niet onmogelijk, alleen (nog) minder waarschijnlijk.
Bij deze bijdrag hoort een bijlage met een afbeelding van de 'grote tekening' met daarop een nummering en de mogelijke relevantie voor het paneel (drie rode rechthoeken)
Het object
Een van de verdiensten van commissaris Martens is om precies te beschrijven wat de maten en het materiaal van het paneel zijn. Het paneel is van Baltisch eiken, ca. 0,45 cm dik (wegens het verticaal doorzagen in Berlijn) en van achteren versterkt met latten tegen barsten, breken en kromtrekken. De maten zijn: 149 cm hoog, 55,5 cm breed en ca 4,5 mm dik plus de ondersteunende latten á 3 cm. (De verdwenen rechters, pag 11; De rechtvaardige rechters gestolen H 1.1.4., pag. 4). Het gewicht kan geschat worden op 25 - 30 kg.
Bij de feitelijke diefstal ging het om twee van deze panelen, ca 60 kg.
Verborgen
De processen verbaal van de huiszoeking bij AG thuis na zijn dood geven aan dat de panelen mogelijk korte tijd op zijn zolder zijn gestald, mogelijk beide. Daar zijn ze echter niet (meer) gevonden. Zeker is het evenmin. Bij de doorslagen van de brieven in het bureau van AG zijn ook tekeningen gevonden – een losse, de zgn. grote tekening, en enkele kleinere in een notitieboekje.
De kleinere tekeningen zijn m.i. overtuigend toegeschreven aan een door AG gemaakt rijtuig (o.a. op deze website) waarmee hij ook een prijs heeft gewonnen. Het notitieboekje was daarmee een object van trots, wat mogelijk de bewaarplaats verklaart.
De beste verklaring voor de grote tekening die ik heb kunnen vinden is ontwerp voor een te construeren duivenhok (ook op deze website), maar die overtuigt mij niet. Ik interpreteer de tekening als volgt.
De grote tekening.
AG was ook timmerman, d.w.z. dat hij qua ontwerpen aan een half woord/maat en een korte schets genoeg had om te maken wat hem voor ogen stond. Waarom dan zo’n uitgebreid schetsblad en dat ook nog bij de DUA-brieven bewaard? Ik denk dat hij op het blad bezig was om een probleem op te lossen dat hij niet in zijn hoofd kon oplossen, en na zorgvuldige bestudering denk ik te weten welk probleem.
De eerste schets (1) is die linksboven op het blad.
AG beschrijft hier zijn opdracht, zeer summier, waarbij vooral de breedte van 183 cm opvalt, die verderop ook weer terugkomt. Onderaan de tekening is vaag een rechthoek getekend met daarin het getal 53 of 55. Hiermee kan of een plank maat C of het paneel bedoeld zijn. De andere getallen in deze tekening zijn restmaten bij het verdelen van verschillende formaten over 183 cm.
Vervolgens inventariseert hij zijn materiaal in tekening 2, midden links:
A: 4 planken van 200 x 25 cm. samen 20.000 cm2
B: 4 planken van 25x 82 cm. deels afgerond samen 8.200 cm2 minus afronding
C: 6 planken of platen van 0,53 x 103 cm. samen 32.754 cm2
Totaal 60.954 cm2
In de volgende twee schetsen is hij bezig om twee keer een vlak van 183 bij 159 cm dicht te puzzelen met dit materiaal. Dit vlak meet 29.097 cm2. Maal 2 is 58.184 cm2. Hij heeft 60.954 cm2, dus voldoende hout voor de twee vlakken, maar het is niet eenvoudig om die vlakken ook goed dicht te leggen Dat is zijn opgave waar vervolgens alle berekeningen over gaan. Dat het geen constructietekening is voor een duivenhok blijkt uit zijn kenbare worsteling in de rechteronderhoeken van beide constructietekeningen om de rechterzijde van de constructie dicht te leggen.
Aldus kan hij aan de linkerkant de overspanning creëren om het paneel te verbergen. Zie mijn bewerking hieronder – niet op schaal maar wel passend qua maten. De rode rechthoek verbeeldt het paneel.
De getallen bovenaan de 3e en 4e tekening (103 + 53 + 27) en (4 x 25 [A] + 3 x 25 [B] + 8) komen beide op 183 uit. (De optelling op tekening 4 is gedaan op basis van het aantal planken van het formaat A en B, dat zijn er zeven, met elk een breedte van 25 cm.)
De hoogte van het vlak moet worden afgeleid. In tekening 3 zijn drie planken maat C (103 x 53) in de breedte boven elkaar gelegd. Dat maakt 159 cm.
In tekening 4 is een plank maat C (103 x 53) in de lengte gelegd van een plank maat B (82 X 25). Dat geeft 103+ 82 = 159 plus 26 over (of de 27 cm die vaak terugkomt).
Uit de berekeningen blijkt dat hij de breedte van 183 in tekening 3 niet haalt met de planken van 25 cm breed en in tekening 4 rechts een lat van 8 x 82 cm plus een plank van . . . en daar houdt het op.
Er staan voorts verspreid over het blad diverse berekeningen waarmee hij steeds combinaties maakt van planken met als doel de 183 of de 159 cm te bereiken. Hij lijkt wel steeds als vertrekpunt een vlak van 159 x ca. 100 cm te willen bereiken. In beide tekeningen goed te zien. Ik heb daar als hypothese het paneel geplaatst.
Hypothese
Dit kan betekenen – mijn hypothese – dat het te zoeken object een houten constructie is van 183 cm. x 159 cm. x ca (3,5 + 1 + 2 á 3 cm. =) 6,5 tot 7,5 cm dik Bestaand uit twee vlakken met planken, boven en onder of voor en achter. Beide vlakken zullen met latten van 4 tot 5 cm breed op elkaar bevestigd zijn tot een dikte van 6 tot 8 cm. Het object zal zich nog bevinden op de plaats waar AG het heeft verstopt. Mogelijk heeft hij eerst de bergplaats ter plaatse gemaakt en daarna het paneel erin gestopt. Als deze constructie gevonden wordt en leeg blijkt te zijn, weten we dat het paneel is weggehaald, waarschijnlijk al in 1934.
Op zoek?
Van deze hypothese is gemakkelijk een zoekvraag te maken, die in de regio kan worden uitgezet. De zoekactie moet dan wel worden gemanaged anders worden sommige mensen en locaties voortdurend lastiggevallen en andere helemaal niet.
AG had door zijn bekendheid met diverse netwerken (kerk, onderwijs, banken enz) relatief gemakkelijk toegang tot een groot aantal gebouwen. Het aanleggen van een lijst kan zinvol zijn. Bestaan er agenda's, werkboekjes of zoiets van AG?
Het is duidelijk dat de meest voor de hand liggende plaatsen al doorzocht zijn, maar niet met een duidelijk omschreven doel. Ik denk dat we met zoekteams moeten werken die samen met de beheerders van een gebouw alle hoeken en gaten doorzoeken. Lijkt me een mooie actie voor de 90ste verjaardag van de verdwijning. Ook is het raadzaam dat de officiële instanties weten wat er gebeurt.
Zo dat was wel even mooi. Hopelijk komen we hier verder mee.
Groet,
Tjeu Corbeij
.
In deel 1 heb ik gepoogd om de voor velen bekende feiten te plaatsen bij drie bekende hoofdrichtingen van de verhaallijnen van de diefstal en het verbergen, evt. verborgen houden van het paneel. Drie hoofdscenario’s die alle drie buitengewoon onwaarschijnlijk aandoen.
De voor ons, gewone belangstellende burgers, hanteerbare lijn is toch vooral de eerste: dat AG en zijn advocaat de waarheid hebben gesproken en – zij het veel later – de autoriteiten correct en compleet hebben ingelicht. Met die lijn wil ik vooralsnog verder gaan. Overigens zijn de andere hoofdscenario’s m.i. niet onmogelijk, alleen (nog) minder waarschijnlijk.
Bij deze bijdrag hoort een bijlage met een afbeelding van de 'grote tekening' met daarop een nummering en de mogelijke relevantie voor het paneel (drie rode rechthoeken)
Het object
Een van de verdiensten van commissaris Martens is om precies te beschrijven wat de maten en het materiaal van het paneel zijn. Het paneel is van Baltisch eiken, ca. 0,45 cm dik (wegens het verticaal doorzagen in Berlijn) en van achteren versterkt met latten tegen barsten, breken en kromtrekken. De maten zijn: 149 cm hoog, 55,5 cm breed en ca 4,5 mm dik plus de ondersteunende latten á 3 cm. (De verdwenen rechters, pag 11; De rechtvaardige rechters gestolen H 1.1.4., pag. 4). Het gewicht kan geschat worden op 25 - 30 kg.
Bij de feitelijke diefstal ging het om twee van deze panelen, ca 60 kg.
Verborgen
De processen verbaal van de huiszoeking bij AG thuis na zijn dood geven aan dat de panelen mogelijk korte tijd op zijn zolder zijn gestald, mogelijk beide. Daar zijn ze echter niet (meer) gevonden. Zeker is het evenmin. Bij de doorslagen van de brieven in het bureau van AG zijn ook tekeningen gevonden – een losse, de zgn. grote tekening, en enkele kleinere in een notitieboekje.
De kleinere tekeningen zijn m.i. overtuigend toegeschreven aan een door AG gemaakt rijtuig (o.a. op deze website) waarmee hij ook een prijs heeft gewonnen. Het notitieboekje was daarmee een object van trots, wat mogelijk de bewaarplaats verklaart.
De beste verklaring voor de grote tekening die ik heb kunnen vinden is ontwerp voor een te construeren duivenhok (ook op deze website), maar die overtuigt mij niet. Ik interpreteer de tekening als volgt.
De grote tekening.
AG was ook timmerman, d.w.z. dat hij qua ontwerpen aan een half woord/maat en een korte schets genoeg had om te maken wat hem voor ogen stond. Waarom dan zo’n uitgebreid schetsblad en dat ook nog bij de DUA-brieven bewaard? Ik denk dat hij op het blad bezig was om een probleem op te lossen dat hij niet in zijn hoofd kon oplossen, en na zorgvuldige bestudering denk ik te weten welk probleem.
De eerste schets (1) is die linksboven op het blad.
AG beschrijft hier zijn opdracht, zeer summier, waarbij vooral de breedte van 183 cm opvalt, die verderop ook weer terugkomt. Onderaan de tekening is vaag een rechthoek getekend met daarin het getal 53 of 55. Hiermee kan of een plank maat C of het paneel bedoeld zijn. De andere getallen in deze tekening zijn restmaten bij het verdelen van verschillende formaten over 183 cm.
Vervolgens inventariseert hij zijn materiaal in tekening 2, midden links:
A: 4 planken van 200 x 25 cm. samen 20.000 cm2
B: 4 planken van 25x 82 cm. deels afgerond samen 8.200 cm2 minus afronding
C: 6 planken of platen van 0,53 x 103 cm. samen 32.754 cm2
Totaal 60.954 cm2
In de volgende twee schetsen is hij bezig om twee keer een vlak van 183 bij 159 cm dicht te puzzelen met dit materiaal. Dit vlak meet 29.097 cm2. Maal 2 is 58.184 cm2. Hij heeft 60.954 cm2, dus voldoende hout voor de twee vlakken, maar het is niet eenvoudig om die vlakken ook goed dicht te leggen Dat is zijn opgave waar vervolgens alle berekeningen over gaan. Dat het geen constructietekening is voor een duivenhok blijkt uit zijn kenbare worsteling in de rechteronderhoeken van beide constructietekeningen om de rechterzijde van de constructie dicht te leggen.
Aldus kan hij aan de linkerkant de overspanning creëren om het paneel te verbergen. Zie mijn bewerking hieronder – niet op schaal maar wel passend qua maten. De rode rechthoek verbeeldt het paneel.
De getallen bovenaan de 3e en 4e tekening (103 + 53 + 27) en (4 x 25 [A] + 3 x 25 [B] + 8) komen beide op 183 uit. (De optelling op tekening 4 is gedaan op basis van het aantal planken van het formaat A en B, dat zijn er zeven, met elk een breedte van 25 cm.)
De hoogte van het vlak moet worden afgeleid. In tekening 3 zijn drie planken maat C (103 x 53) in de breedte boven elkaar gelegd. Dat maakt 159 cm.
In tekening 4 is een plank maat C (103 x 53) in de lengte gelegd van een plank maat B (82 X 25). Dat geeft 103+ 82 = 159 plus 26 over (of de 27 cm die vaak terugkomt).
Uit de berekeningen blijkt dat hij de breedte van 183 in tekening 3 niet haalt met de planken van 25 cm breed en in tekening 4 rechts een lat van 8 x 82 cm plus een plank van . . . en daar houdt het op.
Er staan voorts verspreid over het blad diverse berekeningen waarmee hij steeds combinaties maakt van planken met als doel de 183 of de 159 cm te bereiken. Hij lijkt wel steeds als vertrekpunt een vlak van 159 x ca. 100 cm te willen bereiken. In beide tekeningen goed te zien. Ik heb daar als hypothese het paneel geplaatst.
Hypothese
Dit kan betekenen – mijn hypothese – dat het te zoeken object een houten constructie is van 183 cm. x 159 cm. x ca (3,5 + 1 + 2 á 3 cm. =) 6,5 tot 7,5 cm dik Bestaand uit twee vlakken met planken, boven en onder of voor en achter. Beide vlakken zullen met latten van 4 tot 5 cm breed op elkaar bevestigd zijn tot een dikte van 6 tot 8 cm. Het object zal zich nog bevinden op de plaats waar AG het heeft verstopt. Mogelijk heeft hij eerst de bergplaats ter plaatse gemaakt en daarna het paneel erin gestopt. Als deze constructie gevonden wordt en leeg blijkt te zijn, weten we dat het paneel is weggehaald, waarschijnlijk al in 1934.
Op zoek?
Van deze hypothese is gemakkelijk een zoekvraag te maken, die in de regio kan worden uitgezet. De zoekactie moet dan wel worden gemanaged anders worden sommige mensen en locaties voortdurend lastiggevallen en andere helemaal niet.
AG had door zijn bekendheid met diverse netwerken (kerk, onderwijs, banken enz) relatief gemakkelijk toegang tot een groot aantal gebouwen. Het aanleggen van een lijst kan zinvol zijn. Bestaan er agenda's, werkboekjes of zoiets van AG?
Het is duidelijk dat de meest voor de hand liggende plaatsen al doorzocht zijn, maar niet met een duidelijk omschreven doel. Ik denk dat we met zoekteams moeten werken die samen met de beheerders van een gebouw alle hoeken en gaten doorzoeken. Lijkt me een mooie actie voor de 90ste verjaardag van de verdwijning. Ook is het raadzaam dat de officiële instanties weten wat er gebeurt.
Zo dat was wel even mooi. Hopelijk komen we hier verder mee.
Groet,
Tjeu Corbeij
.
Stel dat AG niet de dief is, maar slechts een medewerker voor een gefingeerde diefstal door de Gentse kanunniken om een groot financieel verlies op te lossen, omdat bij bekend worden van zo'n verlies de gelovigen hen niet langer legaten zullen doen toekomen. Gezien de kanunniken zelf geen brieven kunnen gaan posten, moet er een betrouwbare buitenstaander worden ingeschakeld.
Daar komt AG in beeld, die qua ontwikkeling en mobiliteit interessant is en wie men ook een niet te weigeren aanbod kan doen, namelijk steun in zijn politieke ambities. Weigert hij, dan weet hij dat die ambities nooit meer te realiseren zijn, want dan zal men hem daarin fnuiken. Die politieke ambities waren ook duidelijk bij zijn optreden in Dendermonde.
Hij was inderdaad de enige die wist hoe een en ander in elkaar stak en begreep dat zijn dood een probleem zou zijn. Daarom probeert hij op zijn sterfbed zijn vriend Joris als plaatsvervanger in te schakelen en hem te vertellen waar hij het bewijs vindt dat AG echt betrokken is bij de zogenaamde diefstal. Helaas ontbreekt AG de tijd om Joris meer duidelijkheid te verschaffen, waardoor die naar buiten brengt wat hem in vertrouwen is verteld en ook geen contact zoekt met het Gentse kapittel.
Gevolg: de gefingeerde diefstal wordt onmogelijk en het paneel dat het kapittel zelf ergens bewaard kan nooit meer boven water komen en is om veiligheidsredenen compleet vernietigd.
Ik zie Arsène niet in zijn eentje zo'n ingewikkelde kunstroof plegen, waarvoor ook enige achtergrondkennis nodig was. Maar er was door het kapittel niet gerekend op zo'n publieke interesse, waardoor ook de politie meer moeite deed. Dat heeft de zogenaamde teruggave vertraagd (er moest gewacht worden op afname van de publieke interesse) en werd voor Goedertier ook steeds gevaarlijker (iemand moest maar eens het lettertype van de schrijfmachine gaan onderzoeken en horen dat je zo'n machine makkelijk kon huren b.v.).
Het kostte hem ook steeds meer tijd, dus geld, waarvoor wellicht via die Antwerpse connectie hem een vergoeding werd gegeven. Die pastoor had zich al vaker met kunstwerken bezig gehouden. Hij had gezorgd dat glasramen uit de oude Sint-Laurentiuskerk gered werden en vandaag in de parochiekerk van Lint te vinden zijn - wat ook weinigen weten.
Natuurlijk, als morgen de Rechtvaardige Rechters worden teruggevonden is mijn suggestie foutief. Maar kan een kunstwerk echt zolang verborgen blijven zonder dat er ooit iemand bij toeval op stuit - al was het maar op sterk vergane resten?
Frits Schetsken, Antwerpen.
.
Daar komt AG in beeld, die qua ontwikkeling en mobiliteit interessant is en wie men ook een niet te weigeren aanbod kan doen, namelijk steun in zijn politieke ambities. Weigert hij, dan weet hij dat die ambities nooit meer te realiseren zijn, want dan zal men hem daarin fnuiken. Die politieke ambities waren ook duidelijk bij zijn optreden in Dendermonde.
Hij was inderdaad de enige die wist hoe een en ander in elkaar stak en begreep dat zijn dood een probleem zou zijn. Daarom probeert hij op zijn sterfbed zijn vriend Joris als plaatsvervanger in te schakelen en hem te vertellen waar hij het bewijs vindt dat AG echt betrokken is bij de zogenaamde diefstal. Helaas ontbreekt AG de tijd om Joris meer duidelijkheid te verschaffen, waardoor die naar buiten brengt wat hem in vertrouwen is verteld en ook geen contact zoekt met het Gentse kapittel.
Gevolg: de gefingeerde diefstal wordt onmogelijk en het paneel dat het kapittel zelf ergens bewaard kan nooit meer boven water komen en is om veiligheidsredenen compleet vernietigd.
Ik zie Arsène niet in zijn eentje zo'n ingewikkelde kunstroof plegen, waarvoor ook enige achtergrondkennis nodig was. Maar er was door het kapittel niet gerekend op zo'n publieke interesse, waardoor ook de politie meer moeite deed. Dat heeft de zogenaamde teruggave vertraagd (er moest gewacht worden op afname van de publieke interesse) en werd voor Goedertier ook steeds gevaarlijker (iemand moest maar eens het lettertype van de schrijfmachine gaan onderzoeken en horen dat je zo'n machine makkelijk kon huren b.v.).
Het kostte hem ook steeds meer tijd, dus geld, waarvoor wellicht via die Antwerpse connectie hem een vergoeding werd gegeven. Die pastoor had zich al vaker met kunstwerken bezig gehouden. Hij had gezorgd dat glasramen uit de oude Sint-Laurentiuskerk gered werden en vandaag in de parochiekerk van Lint te vinden zijn - wat ook weinigen weten.
Natuurlijk, als morgen de Rechtvaardige Rechters worden teruggevonden is mijn suggestie foutief. Maar kan een kunstwerk echt zolang verborgen blijven zonder dat er ooit iemand bij toeval op stuit - al was het maar op sterk vergane resten?
Frits Schetsken, Antwerpen.
.
Is er eigenlijk feitelijk en hard bewijs dat Arsène Goedertier effectief betrokken was bij de zaak? Is alles niet gebaseerd op de verklaring van Jooris De Vos? Kon die niet in echte Agatha Christie stijl de brieven gedumpt hebben bij AG? M.a.w. hebben we al die jaren een dwaalspoor gevolgd? Is D.U.A. iemand die Duitsland graag zag, en wraak wou nemen op België? Waarom zou je in de gevoelige tijd van collaboratie/opkomende nazisme je naam van Georges veranderen in Jooris? Omdat je opkijkt naar Van Severen? En moest het geld daarvoor dienen? Om een nieuwe politieke partij op te richten, naar analogie van wat er zich in Duitsland aan het afspelen was?
.
.
In het boek van Paul De Ridder is de theorie dat een 'vooraanstaande Gentse familie' (nog steeds) in het bezit zou zijn van het paneel. Robert Senelle (met wie De Ridder samenwerkte) beweerde bovendien dat hij in het bezit was van 'zeer gevoelige informatie over de Rechtvaardige Rechters'. Is deze theorie volgens jullie geloofwaardig? Indien ja, waarom doet het gerecht dan geen huiszoeking bij die familie? en als deze theorie zou kloppen, dan mogen alle andere theorieen (en boeken) naar de prullenmand, ja toch? Of toch niet? Overigens is de lijst met boeken op jullie site lang niet volledig. Een update zou welkom zijn.
.
.
Bedankt voor uw geweldige site!
Is er ooit een poging gedaan om het DNA te achterhalen en gebruiken? Bijvoorbeeld van dat achter de postzegels.
Met vriendelijke groet,
Bert van der Waal van Dijk
.
Dit is wat ik MG heb beloofd, AG's onschuld bewijzen en telkens we hem/haar een bezoek brachten glunderde hij/zij als ik vertelde dat er tot hier toe geen enkel bewijs is dat hij de diefstal heeft gepleegd.
De afpersing ? Maakt hem niet medeplichtig aan de diefstal op zich.
Nergens op de site zal u een persoonlijke mening vinden... Misschien is deze gastenboek de ideale plaats om dit toch te doen:
Arsene Goedertier had ontegensprekelijk met de zaak te maken maar verdient het niet om zomaar zonder bewijs als "de dief" de geschiedenis in te gaan. Ook hij verdient het voordeel van de twijfel ... eeuwig ... Dus zeg en schrijf in de toekomst "de vermoedelijke afperser" in plaats van "de dief"...
Arséne Goedertier is de afperser en handelde in deze alleen.
Hij is geen doorwinterde crimineel maar veeleer het 'slachtoffer' van zijn zelfingenomen ijdelheid, wanhoop, overtuigd van zichzelf, z'n intellect, zijn kunnen en ... van z'n "("speurders")mentaliteit" ... of misschien wel vooral (in alle senario's ; uiteindelijk) z'n verantwoordelijkheidszin en loyaliteit (hoe raar het ook klinkt) ...
"ne specialen mensch" zoals zijn tijdsgenoten hem omschreven ... en volgens zijn broer Valére; “hij was rap” ... vandaar misschien deze strapatsen.
Lees in de tijdslijn (item: Einde Duits onderzoek -17.09.1943) de conclusie van Henry Koehn, de Duitse onderzoeker; ... ik ben, na grondige studie en analyse, ... ik weet het niet, 'k ben in het geheel niet overtuigd ... ik twijfel heel sterk en wel omdat Koehn zijn conclusie baseert op een "roddel" (politieke afrekening Van De Wiele - Van Cauwelaert?), gekoppeld aan "wishfull thinking" van Julienne Minne en zijn interpretatie van de laatste woorden van A.G. (lees hier)...
De combinatie van een maatschappelijke stand hoog te houden (hoe toepasselijk ... "de eer van een der meest achtbare families" - brief 4) , een ontwikkelde "speurders"mentaliteit , de tot de verbeelding sprekende figuren als "Arséne Lupin", "M. Gordon", of misschien wel geïnspireerd door Adam Worth (kunstdiefstal Hertogin van Devonshire - Londen 1876), de heel rijke geest ("specialen mensch"), de persoonlijke en vooral onrechtstreekse gevolgen van het Plantexel debacle (“hij was rap”), misgelopen leningen en ernstige liquiditeitsproblemen zijn in ieder geval een gevaarlijke cocktail om tot zo'n (spectaculaire) daad denken te moeten overgaan... het is niet onmogelijk dat Arséne Goedertier ALLES ALLEEN heeft bedacht en uitgevoerd ... de chronologie heeft er alle schijn van.
"ne specialen mensch", de bergplaats navenant ...
... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... Arséne Goedertier overtreft Arséne Lupin ...
De bergplaats ?
Laten we aannemen dat de RR zich nog steeds in de initiele bergplaats bevinden ... (Wat mijn mening is, alle theorieën ten spijt ...)
Om een inzicht te krijgen in een mogelijke bergplaats moeten we, los van de beweegredenen van de diefstal, m.i. uitgaan van twee mogelijkheden;
- ... AG was fysiek aanwezig bij de diefstal
- ... AG was NIET fysiek aanwezig bij de diefstal (werd er later bij betrokken of was de opdrachtgever)
In het tweede geval lijkt het heel onwaarschijnlijk (Brief 1 - 30 april '34 - "Ik alleen weet ...", Brief 12 - 20 september '34 - "een gedeelte van ipv het gehele paneel SJ" en Brief 14 - na 01 november'34 - "materiële onmogelijkheid" ) dat het paneel zich in het St Baafs (of rechtstreeks gerelateerd) zou bevinden. Hieruit volgt dat het paneel kort na de diefstal moet zijn ondergebracht op een plaats die voldoet aan een aantal criteria.
De (terrein)kennis, alle verschillende aspecten van veiligheid, de anonimiteit, ja, zelfs eventueel "schuldinzicht" (Citaat AG "verplaatst is niet gestolen" / brief 13 : "Ik was mijn handen en ik vertrek, met gerust gemoed ..."/ sterfbed; "mijn geweten is gerust"") en de mogelijkheid tot handelen moet in die periode voor handen zijn geweest ... voeg daarbij nog de verklaringen en handelingen uit de onmiddellijke omgeving (echtgenote, broer, ... ) van A.G.
In deze site zit een locatie (weliswaar geen exacte, punctuele bergplaats) in de omgeving van de St Baafskathedraal - "Je chercherait autour de St-Bavon (of autour de la cathédrale)" | "Déplacer n'est pas voler"- die volledig voldoet aan de tweede mogelijkheid. Waarom deze realistische locatie nooit werd onderzocht/belicht is voor mij een raadsel en verdient nader onderzocht te worden ... (vooral waarom deze plaats nooit in het vizier is gekomen, niettegenstaande de bestaande linken )
Wil je weten waar ? Speel het Stadsspel
... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... Volg dit verhaal ook op facebook : fb.com/recht.vaardige.ers