Monseigneur,

Daar ik verplicht ben een rustkuur te volgen tot herstel van mijn gezondheid, beschik ik over de nodige tijd om kalm na te denken over de zaak die ons interesseert. Na de verdwijning van de panelen hebben wij zodanig kunnen manoeuvreren dat wij in het bezit gekomen zijn van de panelen en na verschillende onvoorziene incidenten ben ik de enige ter wereld, die de plaats kent waar de Rechtvaardige Rechters berusten.

Het is misschien nuttig het belang van deze situatie te onderschrijven, aangezien het me ontslaat van iedere belemmering ten overstaan van vrienden of andere personen. En zo kan ik dan in alle rust en zonder enige druk werken aan de oplossing van deze zaak. Wanneer ik onze briefwisseling nog eens overlees, vind ik er vooral drie ongelukkige feiten in die mij in het bijzonder treffen. Wij zijn vertrokken van de grondgedachte dat we mochten geloven en vertrouwen in het bisschoppelijke woord.

Anderzijds hebben wij door het bezorgen van de Sint-Jan willen bewijzen dat u van uw kant mocht rekenen op ons woord. Wij hebben vertrouwen gehad, u hebt er geen gehad en jammer genoeg hebben wij ons aan beide kanten vergist. Dat is er de onrechtstreekse oorzaak van dat de zaak niet opgelost werd en gevaar loopt nooit geregeld te worden, indien u niet van tactiek verandert.

Het tweede feit dat vals klinkt in uw briefwisseling is de vaststelling dat u de verantwoordelijkheid op u durft te nemen om te schrijven dat uw tegenvoorstel “te nemen of te laten” is. Het is in dergelijke omstandigheden wel zeer erg om zoiets te durven schrijven. Wij weten dat men, wanneer het om het verhandelen van voorwerpen zonder waarde of van weinig belang gaat, om tot een besluit te komen, of er een eind aan te maken, gewoonlijk zegt: “Het is te nemen of te laten”. Maar wanneer het gaat om een van de kostbaarste voorwerpen die er op de wereld zijn, van een ongeëvenaarde artistieke waarde, waarvan de verdwijning in de geschiedenis zal opgetekend worden als een onherstelbare gebeurtenis, durven schrijven: “Het is te nemen of te laten”, zonder rekening te houden met de materiele onmogelijkheid, dat is onbegrijpelijk.

Bij ernstig nadenken zijn deze woorden alleen, wanneer ze hun brutale betekenis moeten behouden, voldoende om de voorziene wraakneming tegen hun schrijver te rechtvaardigen.

Het derde feit, dat mij persoonlijk meer treft dan de andere en waarop ik in mijn brieven verscheidene keren heb gezinspeeld, is dat uw tegenvoorstel “te nemen of te laten” zelfs niet te verwezenlijken is.

De … berusten op een plaats waar ik noch iemand anders het kan weghalen zonder de aandacht van het publiek te trekken.

Het is ons dus onmogelijk u dat paneel af te leveren zonder dat wij de overeengekomen vergoeding in handen hebben, samen met de veiligheid die wij van u vragen. Anderzijds beletten de gebeurtenissen en de ervaring ons vertrouwen te stellen in beloften. Dit moet niet als een verwijt beschouwd worden, maar als een wantrouwen, geboren uit de wijze waarop wij behandeld werden.

Wij bevinden ons met onze onderhandelingen in het slop, waaruit we alleen kunnen geraken door uw goede wil. Ik ben bereid u de taak verder te vergemakkelijken, zoals ik het in de loop van gans onze briefwisseling heb gedaan, maar u kunt ons de teruggave van de … niet vragen, zonder dat we iets in handen hebben, zoals wij dat gedaan hebben voor de Sint-Jan.

Hoe kunnen we dan tot een overeenkomst komen? In de eerste plaats heb ik de kans gehad, en ik ben er zeer gelukkig om, alle weerwraak te kunnen opschorten tot mijn terugkeer.

Ik heb kunnen overtuigen…

Hoe dus tot een overeenkomst komen?

In de eerste plaats heb ik de kans gehad alle weerwraak te kunnen opschorten tot mijn terugkeer. Ik heb mijn kameraden kunnen overtuigen dat het inzetten van de wraak een belemmering zou betekenen voor iedere oplossing. Ik heb hen aan het verstand gebracht dat ze de tijd voor zich hebben om hun plannen uit te voeren.

Indien mijn rustkuur mij niet redt, zal mijn dood het onvermijdelijke teken van de aanval zijn. Niets zal dan de progressieve uitvoering kunnen verhinderen of uitstellen van datgene wat ze zich wetenschappelijk en methodisch hebben voorgenomen te doen. Hun plannen kennende, durf ik eraan toevoegen dat niets of niemand zal kunnen ontsnappen aan het lot dat ze hebben bepaald.

Wij kunnen dus nog in alle kalmte handelen.

Begin in ieder geval vertrouwen te hebben in mijn woord. Het is de enige basis voor iedere onderhandeling en oplossing.

Het paneel kan alleen teruggegeven worden volgens de leveringsvoorwaarden die in de vorige brieven zijn voorgesteld. Het is al te duidelijk dat het voor ons verkieslijker is niets af te leveren indien wij niets in handen hebben. Indien u uitvoerbare tegenvoorstellen te doen hebt, verzoek ik u deze te willen mededelen in de D.H. En gezien deze voorstellen te lang kunnen worden voor een inlassing zal ik de mogelijke mededelingen lezen, iedere dag van 1 tot 15 december.

Teneinde onbescheidenheden te vermijden, gelieve bovenaan, de gescheiden letters van D.U.A. en A.N.S. te gebruiken.

Begin de eerste dag met D., de volgende dag met U en zo verder, zodanig dat uw voorstellen in enkele dagen volledig zijn. Als bijkomende voorzorg moet u uw antwoord in gedeelten laten verschijnen, zodanig dat uw antwoord volledig zal zijn als men begint te lezen met de mededeling van de 3e dag, vervolgens de mededeling van de 1e dag, dan de mededeling van de 5e dag, vervolgens deze van de 2e, dan de 6e en dan de 4e. Zo zal uw antwoord alleen voor mij te lezen zijn.

Maar doe tenminste een voorstel dat rekening houdt met de gebeurtenissen en de toestanden, die in deze brief zijn uiteengezet. U moet toegeven dat ik mij met alle middelen inspan om de terugkeer van het meesterwerk te bevorderen en dat het alleen van u afhangt, dat alles afgehandeld wordt zonder al te veel schade en verbittering.

 

Vergelijking handschrift


Detail gedachtengang

 

————————–  (¡!) Hypothese  ————————–
Zijn de gebruikte woorden in de veertiende brief een geheugensteun voor het
 identificeren en reconstrueren van het zesdelig bericht ?

Gezien woorden geschrapt werden en vervolgens gebruikt voor een andere dag lijkt de volgorde van verschijnen van de gebruikte woorden belangrijk zijn geweest. (bv de woorden “Jean” en “oiseau” werden van dag omgewisseld).

Eerder dan naar de diepere betekenis van de woordjes afzonderlijk te zoeken zoals vele theorieën doen lijkt dus vooral de plaats en samenhang van de woorden belangrijk te zijn geweest. (geheugensteuntje om het volledige bericht (6 onderdelen) te reconstrueren op basis van een kwatrijn, rijmpje, liedje, omgekeerde alfabetische volgorde ( Oiseau    ?   Nina    Jean    Cent cinquante-deux     Arte ), … ?)

De gebruikte woorden zijn in eerste instantie bedoeld als  identificatie van het respectievelijk  bericht (enerzijds de advertentie in de krant, anderzijds de plaats binnen het zesdelig bericht).

De samenhang en chronologische opeenvolging van de verschillende woorden maken, door een geheugensteun,  het reconstrueren van het zesdelig bericht nauwkeurig en eenvoudiger.

AG hield elke verschenen advertentie bij, niet de krant maar enkel de uitgeknipte advertentie. Op welke manier had hij met zekerheid de berichten achteraf accuraat in de juiste volgorde kunnen reconstrueren ? Ervaring leert dat AG niets aan het toeval overlaat, argwanend is op de advertenties (zie verandering DUA in ANS na perslek) en steeds zekerheid inbouwt.

Waren de letters DUA en ANS iets te doorzichtig en werden die niet gebruikt om indiscreties te voorkomen ? (argwanend op z’n advertenties dus sinds het perslek)

Was dit (enkel) een geheugensteun of zit er meer achter ?

Deze brief werd geschreven zonder de wetenschap  enkele dagen later het tijdelijke met het eeuwige te moeten verwisselen … stel dat hij was blijven leven … de communicatie zou ongetwijfeld verder gegaan zijn … welke woorden zouden in de volgende brieven de revue passeren ? Zijn we zeker dat hij het paneel op dat ogenblik ‘zomaar’ wou teruggeven zonder iets in ruil (nochtans in deze zelfde veertiende brief; “Het is ons dus onmogelijk u dat paneel af te leveren zonder dat wij de overeengekomen vergoeding in handen hebben, samen met de veiligheid die wij van u vragen.“)?
In alle theorieën gebaseerd op de veertiende brief wordt hieraan voorbijgegaan, dit was geen communicatie die ten einde was … wel integendeel, de communicatie begon pas … voor Arséne geen spel maar bittere ernst  …